Macht en Onmacht  door Jorinde Seijdel  Het Financiële Dagblad   jan 97

 Als de duisternis is ingevallen manifesteren zich vanuit het Tschumi-paviljoen in de stad Groningen spannende beelden. Dit kleine, glazen bouwsel, gelegen aan het Herenplein vlak bij het station en het nieuwe museum, werd in 1990 neergezet door architect Bernard Tschumi in het kader van een grote, stedelijke tentoonstelling.

Het is blijven staan en sinds enige tijd organiseert 'De School' er kunstactiviteiten. De kunstenaars die uitgenodigd worden om er een werk te installeren, krijgen bepaald niet te maken met de meest neutrale en conventionele presentatieruimte  Niet alleen omdat het langwerpige, smalle paviljoentje volledig uit glas' is opgetrokken, en voorbijgangers er dus letterlijk doorheen kunnen kijken, maar ook wegens de scheve en schuine, oplopende 'vorm ervan het loopt geleidelijk aan van de grond af naar boven, waarbij het door betonnen schragen gesteund wordt.

Kunstenaar Peter Bogers is bepaald zorgvuldig omgegaan met de specifieke condities van het paviljoen, die zo medebepalend zijn voor het zicht op de inhoud ervan.  Zijn  videoinstallatie Force speelt zich af op twee grote, transparante schermen die tegenover elkaar in de ruimte staan, één onderaan op het laagste punt en één bovenin op het hoogste punt. Op de schermen worden beeld en geprojecteerd, die zich alleen van elkaar onderscheiden door de tegengestelde richting van de ronddraaiende beweging ervan. Je ziet een “loop” van beelden waarin een meer dan levensgrote, gebalde vuist omgeven wordt door een geopende hand. Om de beurt trillen de handen enkele seconden, als van grote ingehouden spanning, echter zonder elkaar aan te raken. Dit computer gemanipuleerde, geluidloze beeld zweeft en draait langzaam rond in het doorzichtige scherm.

Je kunt het paviljoen overigens niet in, en de beelden van Force laten zich alleen in het donker optimaal bekijken, de expositie openbaart zich daarom alleen van zonsondergang tot zonsopgang.

Desondanks zijn er verrassend veel gezichtspunten mogelijk. Door de transparantie van de schermen zijn de beelden zowel van voren als van achteren zichtbaar en door het glas van de architectuur is het paviljoen niet alleen van buitenaf doorzichtig, maar worden de beelden ook nog eens op verschillende manieren gereflecteerd.

De glazen geledingen van het paviljoen binnen versterken dit effect. Afhankelijk van de afstand en de positie die je ten aanzien van het gebouwtje inneemt vult het zich met meer of minder beelden, die een specifiek ritme vertonen door het trillen en ronddraaien van de handen op de twee schermen

Zo mengt Force zich in de openbaarheid van de stad. De betekenis is ogenschijnlijk direct van de beelden afleesbaar: de krachtsinspanning van de open en gesloten hand, het trillen is fysiek voelbaar, maar onopgelost blijft of het macht is of dwang waaruit de na verloop van tijd als spasmes overkomende bewegingen voortkomen. Evenmin wordt duidelijk hoe de twee handen zich tot elkaar verhouden: of ze toenadering tot elkaar zoeken of in een strijd verwikkeld zijn. De autonoom optredende, van het lichaam vervreemde organen tonen zich ook niet bepaald natuurlijk maar eerder mechanisch in hun gedrag. Of het nu het een of het ander is, uiteindelijk spreekt er een grote onmacht uit de beelden, een alarmerend haperen en vastlopen van contact en communicatie.

Peter Bogers, die jarenlang relatief onopgemerkt bleef door de officiële kunstwereld iets waar pas sinds de thema's identiteit en lichaam weer zo van zich laten spreken, verandering in begint te komen - gebruikt ook in zijn andere video- en geluidswerken vaak het menselijk lichaam als beeldend en conceptueel materiaal. Hij verloochent daarbij zijn verleden als performance-kunstenaar niet,

De eenheid en identiteit van het lichaam zoals die normaliter van de buitenkant ervaren kan worden, heeft in Bogers’ installaties waaronder Frozen Voice (1992) of Without the Word (1994) meestal plaatsgemaakt voor een fragmentarisering en vervreemding van binnenuit. Pogingen tot communicatie en (zelf)reflectie lijken daarbij, als in een vervaarlijke balans, constant over te slaan in autisme en afstand.

Binnenkort zijn er een aantal werken van Bogers te zien in The Second: Time Based Arts from the Netherlands, een tentoonstelling samengesteld door Montevideo/TBA's directeur René Coelho die Bogers' werk al jaren distribueert en vanaf 24 januari te zien in het Stedelijk Museum in Amsterdam.

Naast Retorica (1992) en Sacrifice (1994) zal daar ook de opmerkelijke installatie Heaven (1995) geëxposeerd worden.  Hierin komt, evenals in Retorica, Bogers' speciale talent om beeld en geluid te combineren naar voren. In Heaven is het niet specifiek het lichaam dat centraal staat, maar wordt door middel van een groot aantal, in verschillende ruimtes verspreide videomonitoren, met fragmentarische, slechts een seconde durende beelden en geluiden van huiselijke leven; een bevroren en onaardse sfeer opgeroepen, waarin de spanning stijgt tot de top.

Degenen die Force aan zich voorbij laten gaan moeten het vooral niet nalaten om The Second te bezoeken. Ze zullen er vast en zeker in de ban raken van Bogers' beelden. 

 JS

 

<< Back