<
< Back |
The Unified Field 2006 In The
Unified Field wordt de beschouwer – die, zoals vaker in het werk van Bogers,
vooral ook luisteraar moet zijn om de gelaagdheid van zijn installaties tot
zich door te laten dringen – toegesproken door een geabstraheerd gezicht
waarover een raster ligt. Met dwingende, enigszins bezwerende stem probeert
de man je iets te leren over onze geest. Wetenschappelijke termen vliegen je
om de oren. Zo zegt hij dat de geest en het intellect niet hetzelfde zijn,
dat ze evenmin complementair zijn, dat het brein zichzelf niet kan ervaren en
niet met de geest die waarneemt kan samenvallen. Er heerst meerstemmigheid in
ons hoofd, en de parallelle sferen in de hersenen kunnen niet bij elkaar
komen. Maar, gaat hij verder, elk individueel brein heeft toegang tot het
universele brein, als we de door hem genoemde geavanceerde technieken maar
gebruiken. Als grote groepen mensen tegelijkertijd hun positieve gedachten
synchroniseren door middel van meditatie, zou dat de dagelijkse werkelijkheid
kunnen beïnvloeden en uiteindelijk de
oplossing zijn voor de crises en problemen van de samenleving. Als we ons
best doen worden we ‘spontaneously aligned with the unified field’ en worden
onze ‘thoughts and actions naturally aligned with natural law’. |