Volkskrant 20-02-95

 

MONTEVIDEO, CBK DORDT

Brabbelstroom

uit eigen bron

 

 Hoe het ons lichaam vergaat wanneer het ten prooi valt aan de oncontroleerbare vraatzucht van ziekte of ouderdom, wordt ons tot adembenemens toe ingewreven op de foto- en videomanifestatie (Alter) Ego Documents, verspreid over, negen Amsterdamse galeries. Een niet minder ontroerend beeld van een juist nog heel beloftevol ontluiken, treft het publiek dat een omwegje maakt via Dordrecht. Het Centrum voor Beeldende Kunst (CBK) ter plaatse toont, toevallig, een poëtische tegenpool van het heftige (Alter) Ego, in een aanvulling op Peter Bogers' deelname aan die Documents bij Montevideo.

In Dordrecht weerklinkt de kabbelende brabbeltaal, compleet met kreetjes, van een jongensbaby. Zijn stem heeft een lager bereik dan gewoon is voor een pasgeborene. De baby murmelt, sputtert en kraait met het diepe volume van een volwassene. Zijn geluidenstroom zou  afkomstig kunnen zijn van zijn vader, met wie hij oogcontact heeft en zijn geheimspraak deelt. De vader, Peter Bogers, spert ook zijn mond open en tuit eveneens zijn lippen; en ook hij 'wauwelt of lacht een beetje. Vader en zoon voeren samen dezelfde monoloog

Retorica (1992) heet deze videosculptuur die geabstraheerd een eerste  gesprek  tussen  Bogers (1956)en zijn kind weergeeft. Naar elkaar toegewend als gezichten hangen aan het CBK-plafond twee monitoren, de ene wat lager dan de andere. In close up tonen ze een oog en een mond, of twee monden, of twee ogen: telkens één van de vader en één van de zoon. De ogen kijken en knipperen naar elkaar; de monden vormen de woordeloze geluiden die wij horen. De.vader bewijst lippendienst aan zijn zoon, maar tegelijk heeft hij diens stem elektronisch een octaaf verlaagd, overeenkomstig zijn eigen baard-in-de-keel-klank.

Dit tweegesprek is Bogers intiemste (Alter) Ego Documént. De voormalige performer (tot 1985) gebruikt altijd zijn eigen lichaam voor zijn video's, maar meestal in een geanonimiseerde vorm. Zijn oren, ogen en mond, veelal in close up en géïsoleerd tegen een witte achtergrond, vertegenwoordigen 'de zintuigen'. Op vier monitoren en in wisselende configuraties verschijnen ze nu bij Montevideo, bewegend in een sneeuwwit vlak. Zolang het stil blijft, is het mooi: dat heldere licht, die zachte lippen, dat kristalblauwe oog. 'Met oortjes', zou Gerard Reve nog verzuchten. Maar dan wordt het verknipte gezicht een grimas dat begint te schreeuwen.

De gedempte, maar daardoor des te drukkender woorden zijn niet letterlijk te verstaan. Duidelijk is wel dat er grote ego's achter schuilen:

Hitler, Mussolini, Malcolm X, mannen die graag een grote menigte overstemden. In de versie van Bogers, getiteld Without the Word (1994), is het ego veroordeeld tot zichzelf. Het kijkt in eigen oog en keelgat, het blaft in eigen oor. Bogers kleine video-sculptuur Black

&X (1994), even verderop, bevat eenzelfde samengebalde agressie. Het deksel van deze zwarte doos toont een vuist, trillend, in de kom van een hand. En andersom: de de hand, trillend, rond de vuist.

Minder expliciet dan die twee beelden, is Bogers' eveneens bij Montevideo tentoongestelde Portret, een bizar video-object uit 1991. Op een piepkleiné monitor, die als een kostbare relikwie is opgeborgen in een glazen vitrine, zien we, vervormd door twee bolle lenzen, het liggende profiel van Bogers zelf. Hij houdt een gebogen pipetje in zijn mond waardoorheen hij vocht zijn opgemaakte oog inblaast.

Misschien is de kunstenaar  indachtig zijn grote performance- en videokunstbroeder Bruce Nauman, die zichzelf als fontein fotografeerde, zijn blik aan het scherpen of verhelderen, vanzelfsprekend met water uit eigen bron.

 

Peter bogers, t/m 5 maart in

Montevideo, Amsterdam, di-za 12-17

Uur, t/m 18 februari in CBK Dordrecht

Wo-za 11-17 uur, en do-avond 17-21

Uur.

 

           << back to menu