Uit de catalogus “De Kracht van Heden”, uitgegeven door het “Fonds voor beeldende kunsten, vormgeving
en bouwkunst”, Amsterdam 1994 Tekst: Marja Bosma
De menselijke fysiek als maatgever vormt voor Peter Bogers de basis van zijn werk. Uitgaande van elementaire bewegingen van het lichaam en elementaire geluiden die de mens produceert -van ademhaling en het kloppen van het hart tot en met het gebrabbel van een kind en de oerschreeuw - bouwt Bogers video- en geluidscomposities op. Zo wordt in de video LIFE BY LIFE (1988) het beeld van een hoofd ritmisch, op het pulseren van de slaap, doorsneden door dat van een naar lucht snakkende vis. Een mes flitst er doorheen. Op het moment dat het beeld van de vissenkop aanhoudt, slaat het mes toe en is het geluid van de hartslag vervangen door het tikken van een klok. Eigenlijk ligt Bogers' huidige
werk in het verlengde van waar hij zich op de kunstacademie St. Joost
mee bezighield (1978-1982): de performance. Zijn besluit om over te
gaan op video- en geluidsinstallaties kwam voort uit de behoefte om
meer afstand te nemen van het publiek; als performer ben je immers
zowel de kunstenaar als het kunstwerk zelf, waardoor de druk op de
eigen persoonlijkheid erg groot is. Naar aanleiding van zijn
presentatie op “Noordkunst” werd Bogers door de Duitse Galerie “Im
Winter” uitgenodigd voor een tentoonstelling. Met name om de huur
van de videoapparatuur te kunnen bekostigen, vroeg Bogers in de loop
van 1991 een zeer bescheiden presentatiesubsidie aan. Dankzij deze beurs
kon hij in Bremen de installatie Nóóó, you don’t understand vertonen.
Evenals bij zijn andere installaties gaat het
hier om een integratie van beeld en geluid: klanken worden met beelden
geassocieerd en tot een ritmisch ademend geheel samengevoegd. In 1992 vroeg Bogers opnieuw
subsidie aan, ditmaal ten behoeve van de realisatie van een project
in het Archief te Den Haag. Hij onderbouwde zijn aanvraag door onder
meer een registratietape van de installatie Retorica in te zenden.
Retorica 1991-1992) bestaat uit twee monitoren die in een
hoek ten opzichte van elkaar zijn opgehangen. Op de monitor
die het hoogst hangt, zien we een kindje, en op de andere een man.
Het kindje vormt het voorbeeld voor de man: hij probeert het gebrabbel
te imiteren, de taal van het kindje te spreken. Voor zijn project in het
Archief wilde Bogers ook specifiek de vertoningsruimte in de installatie
een rol laten spelen. 'Het betreft hier het voormalig
archief van het ministerie van buitenlandse zaken. Deze ruimte biedt
zeer specifieke mogelijkheden, niet alleen vanwege de afmetingen:
7 meter lang, 5 meter breed en 12 meter hoog, maar ook vanwege de
mogelijkheid hem tot ver bovenin te betreden. Rondom bevinden zich
namelijk gietijzeren gaanderijen, met elkaar verbonden door wenteltrappen.
De uitgebreide verplaatsingsmogelijkheden van de toeschouwer bieden
mij een zeer uitdagende mogelijkheid om met beeld en geluid te experimenteren.
Bovendien gaat van dergelijke projecten voor mij altijd weer een creatieve
impuls uit, die zijn weerslag vindt in nieuw werk. Wat mij voor ogen staat,
gaat in ieder geval uit van de menselijke stem als basis voor het
geluid. Hierbij wil ik continu geleidelijke overgangen laten plaatsvinden
tussen schreeuw en zang, in ver schillende toonhoogtes en gebruikmakend
van door mij eerder gecomponeerde zangstukken. Het is de bedoeling
dat tijdens de meerstemmige zangstukken het geluidsbeeld verandert,
wanneer men zich over trappen en gaanderijen door de ruimte beweegt.
Dit wordt bereikt door dat meerdere luidsprekers, geplaatst in de
schappen langs de wanden, verschillénde geluidskanalen weergeven. Helemaal boven in de ruimte
komen één of meerdere monitoren te hangen, met de beeldzijde loodrecht
naar béneden. Op de grond een monitor met beeldzijde loodrecht omhoog
gericht. Voor het beeld van de monitor die bovenin komt te hangen,
denk hij aan twee van onderaf gefilmde voetzolen op een zwarte achtergrond. Deze
voeten maken tijdens de zangstukken zacht schommelende en draaiende
bewegingen. De monitor beneden laat het beeld zien van een mond, zich
eveneens bewegend of stilstaand als de voeten bovenin. De ruimte zoals ie is, nodigt
degene die hem betreedt uit tot beweging, verplaatsing. Mijn doel
is hier optimaal gebruik van te maken. De commissie die de aanvraag
beoordeelde, was 'zeer, zeer positief'. Met name over de installatie
Retorica was men erg enthousiast; men vond de manier waarop Bogers
het complexe gegeven van taal in beeld bracht, van een indrukwekkende
logica en eenvoud. Geconstateerd werd dat vorm en inhoud perfect met
elkaar in balans gebracht waren. Op grond daarvan sprak de commissie
haar vertrouwen uit in het te realiseren project voor het Archief. Het project, dat de titel kreeg, Frozen Voice, werd
in november 1992 gepresenteerd. Twee weken lang had Bogers in de ruimte
zelf gewerkt en geëxperimenteerd met de geluidsopstelling. Voor hem
lag daarin dan ook de waarde van het project en de subsidie: het opbouwen
of componeren van een installatie vanuit de gegevens van een situatie.
Zo kwam het beeld van de draaiende of bungelende voeten voort uit
het feit dat er een centrale lichtkoepel was; terwijl het geluidsverloop
van boven naar beneden een auditieve verwerking was van de gaanderijen
en wenteltrappen. In deze productie was er heel duidelijk sprake van
een interactie tussen het menselijk geluid, het lichaam en de ruimte
waarin alles zich afspeelde.
|